Naar buiten met de kuipplanten
De kuipplanten hebben de winter veilig doorgebracht en hopelijk ook goed overleefd in tuinhuis, garage, kelder, traphal of logeerkamer. Of misschien wel in het plantenhotel? Vanaf half mei, als de IJsheiligen achter de rug zijn, mogen ze weer naar buiten.
Voorbereiding
Voor u ze weer op hun definitieve plek zet, gaat u even na of de planten niet moeten worden verpot. Bij jonge kuipplanten is dat de eerste jaren elk jaar nodig; bij oudere en grotere exemplaren volstaat het om ze elke twee tot drie jaar te verpotten. Ook als een grotere potmaat niet echt nodig is, doet u er toch goed aan minstens de helft van de potgrond te vervangen. Knip eventueel wat takken bij, zodat de plant weer een mooie, evenwichtige vorm krijgt, maar laat ‘m ongemoeid als er geen ‘uitschieters’ zijn.
Even wennen
Het is voor kuipplanten elk jaar even wennen. Ze komen uit een ruimte met een temperatuur van 5 à 10° C en vaak ook met wat minder daglicht. Maak de overgang daarom niet te bruusk en zet de planten bij voorkeur op een bewolkte dag weer buiten. Geef ze in het begin ook een plekje in de schaduw, om verbranding van het blad te voorkomen. Verplaats ze heel geleidelijk aan naar een plek in de zon. En vergeet niet: hoe meer zon, hoe meer water de plant nodig heeft.
Verdere verzorging
De meeste kuipplanten zijn afkomstig uit de landen rond de Middellandse Zee, of zelfs uit tropische of subtropische gebieden; echte zonnekloppers dus. Een warme, beschutte en zonnige plek is daarom een absolute voorwaarde voor een rijke bloei.
Zoals alle planten in pot, hebben ook kuipplanten meer water nodig dan planten in volle grond. Hoe groter het blad van de plant, hoe meer vocht hij verdampt. De engelentrompet (Brugmansia) is daarvan een goed voorbeeld. Die heeft op warme zomerdagen wel twee keer per dag een flinke slok water – lees een emmer - nodig. Laat in elk geval de potgrond nooit uitdrogen. Zelfs bij regenweer kunt u maar beter controleren of de potgrond niet is uitgedroogd. Een uit de kluiten gewassen plant werkt immers als een paraplu waar het water van af loopt. Let er anderzijds ook op dat de potgrond voldoende doorlatend is en dat in de bodem van de pot drainagegaten zijn voorzien. Overtollig water moet vlot weg kunnen, want kuipplanten houden ook niet van natte voeten. Verwijder geregeld de uitgebloeide bloemen.
Extra handig
Zet grote kuipplanten op een rolplateau: wel zo makkelijk als u ze moet verplaatsen of weer naar binnen moet brengen. Met een pot op potvoetjes, krijgt de plant nooit natte voeten.
